In de keuken van mijn
ouderlijk huis doen we de afwas. Zoals altijd was jij en droog ik. Je doet dat
met militaire precisie en in vaste volgorde: kopjes, borden, bestek, pannen en
als laatste het afdruiprek. Tot op heden haat ik het als het niet in die
volgorde gaat. De enkele keren, dat ik tegenwoordig nog afwas, leer ik het mijn
dochter precies zo te doen.
We praten niet
echt, jij en ik. We luisteren Simon and Garfunkel, jij neuriet, ik zing mee. Ik
vind het leuke liedjes, dat weet alleen jij. Ik ben negentien en puber nog een
beetje na. Simon and Garfunkel luister ik enkel binnenshuis met jou. “heaven
holds a place for those who pray” zingt Paul.
Je bent net zo
groot als ik, maar zeker tien kilo lichter. Jouw bruine corduroy broek floddert
om je dunne benen en je blauwe trui zit los, terwijl je er nog een blouse onder
draagt. Je bril wordt te groot voor je smalle gezicht. Het enige wat goed zit
zijn je donkergrijze Mephisto’s. Als ik naast je sta, ruik ik nog een vleugje
Old Spice van vanmorgen. Je straalt berusting, liefde en plezier uit terwijl we
de afwas doen. “God bless you please, mrs Robinson” neurie jij en ik weet, dat
ik net zo van het moment geniet als jij. Je slist nog een beetje door je
laatste operatie. Ik ben er zo aan gewend, dat ik het amper nog hoor. Je stem
is krachtig gebleven. Net zoals de
manier waarop je je handtekening zet. Niet te vervalsen is die. Ik kijk naast
me en zie een veel te oude man van drieƫnvijftig. Met mijn negentien jaar snap
ik weinig van je, vind ik dat ik alles weet en dat de wereld om mij hoort te
draaien.
Ik denk het
allemaal te weten, maar weet nog niks. Ik weet nog niet, dat je veel magerder
zult worden en dat een kindermaat pyjama te groot voor je zal zijn. Dat je
steeds zieker zult worden en je bril steeds groter. Ik weet al helemaal niet,
dat je een half jaar later overleden bent en dat ik vlak na je overlijden wil
dat die bril op blijft, omdat je met bril nog op papa lijkt en zonder bril
niet.
Ik weet dan gelukkig
ook nog niet, dat ik zeventien jaar later nog steeds weleens verdrietig word
als ik mrs Robinson hoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten