maandag 15 februari 2016

kutverhaal

























Ik zit met mijn dochters op de bank en we kijken het nieuws. Ze zijn allebei ziek thuis en ik heb gemakshalve mijn joggingbroek ook lekker aan. Het nieuws gaat over vrouwenbesnijdenis. Beelden van een jong meisje dat hartverscheurend huilt bij de aanblik van een ouderwets scheermes. Ik hoor niet echt wat er gezegd wordt. Ik gruwel en bedenk wat ik zal zeggen als de eerste vraag zich aandient. Dat duurt niet lang….

“Mam, waar gaat dit over?” vraagt mijn oudste met een hoger stemmetje dan normaal. Twee bange ogen kijken me vol afgrijzen aan vanonder haar dekbed. Ik besluit haar de ongecensureerde versie te geven, ze is tenslotte al bijna dertien. Ik vertel over meisjes in Afrika, het wegsnijden van schaamlippen, roestige scheermessen en tandloze dorpoudsten. Over dat die meisjes verschrikkelijk veel pijn lijden, voor het leven verminkt zijn en het in het ergste geval niet eens overleven. Dit lijkt genoeg informatie, volgens mij haakt ze af. Ze kijkt me aan met een nog bleker gezicht dan vijf minuten geleden. Misschien toch iets te veel informatie? Ik besluit maar weer eens te vertellen dat we blij mogen zijn, om in een land als Nederland te wonen.

Wat vertel je kinderen wel en wat niet? Hoe vertel je in Jip & Janneke taal over een onderwerp wat het daglicht niet kan verdragen? Met een puber en een kleuter in huis gebeurt het vaak, dat de kleuter dingen hoort, die niet voor haar bestemd zijn. Dat ze vaak op precies de goeie momenten een krachtterm gebruikt, ligt dan weer aan mij..

Later die ochtend ga ik met de jongste in bad. Ze is bijna vijf en heeft van een vriendinnetje een nieuw woord geleerd: Vagina. Ze roept het te pas en te onpas. Als ik haar vraag of ze weet wat een vagina is, antwoordt ze ontkennend. Ik zeg dat, vagina een ander woord is voor plasser. Dat dat anatomisch niet helemaal correct is, laat ik voor nu even achterwege.  Ze moet er erg om lachen, net als om de woorden “tepels” en “billen” die ze ook veel gebruikt. “Wat is een ander woord voor piemel dan?” vraagt ze. Omdat ik geen zin heb om de halve dag het woord peeeenis te horen in huis, zeg ik dat een piemel, gewoon een piemel is. Ze moet nog harder lachen en echoot heel hard vaaaaaagina door de badkamer.


Later die dag komt mijn oudste naar me toe. “Dat verhaal van vanmorgen, hè, dat is echt….” Ze probeert gelaten een goede term te vinden voor een slecht onderwerp. “Tja schat”, zeg ik. “Dat is nou echt een kutverhaal!”  Opgelucht zie ik dat haar zusje net in slaap is gevallen.

woensdag 10 februari 2016

Kwijt

Ik ben vaak iets kwijt, meestal de gewone dingen. Sleutels, wachtwoorden, de weg naar de sportschool of mijn kluts. In 2015 raakte ik meer kwijt dan me lief was, met als spreekwoordelijke klap op de vuurpijl, op oudejaarsdag: mijn baan. De tien kilo die ik kwijt wilde raken ben ik tot op heden nog niet verloren, wat dan wel weer jammer is. Mijn humor is gelukkig nooit zoek.
 
Was 2015 het jaar van "kwijt". 2016 wordt het jaar van het "vinden". Het vinden van een nieuwe plek, zowel werk als prive. Het vinden van nieuwe wegen en creatieve invalshoeken en uitdagingen.
 
Een aantal jaar geleden deed ik een cursus waar ook "gestructureerd leven" aan bod kwam. We kregen van onze cursusleidsters een klein notitieboekje om zo wat meer rust en reinheid aan te brengen in onze rommelige hoofden. Een van de tips die we kregen was, dat als je de sleutels altijd op dezelfde plek terug legde, dat je ze dan nooit kwijt zou raken. Om me heen hadden acht chaoten een aha-erlebnis en begonnen driftig in hun boekje te schrijven: "sleutels op een vaste plek..."Ik keek om me heen, verbaasde me en probeerde uit mijn hoofd Maya de Bij in het boekje te tekenen. Alsof ik dat niet al honderd keer had geprobeerd met die sleutels, of mijn portemonnee, of mijn telefoon, of mijn notitieboekje. Het ingebonden cursusboek raakte natuurlijk ook zoek en dat vond ik wel prima. Liefdevol mijn chaos omarmen leek me veel beter.
 
Op zoek naar een geheugenkaart vond ik vanmorgen het notitieboekje terug van een aantal jaar geleden. Ik had niet gedacht het nog te hebben. Ik bladerde het door en vond op Maya de Bij en een bloemetje helemaal niks terug. Omdat ik graag bewaar, dacht ik even het boekje te houden en toch te gaan gebruiken, maar ik wist dat het binnen afzienbare tijd in de papierbak zou liggen of ergens anders waar ik het niet kon vinden.
 
Toch vond ik het bijzonder dat ik juist dat boekje terug moest vinden aan het begin van het "jaar van het vinden". Als ik wil dat er in dit jaar een hoop gevonden gaat worden, kan ik maar beter klein beginnen. Met Maya als getuige hang ik vanaf nu mijn sleutels altijd op dezelfde plek. Ik ben benieuwd wat ik dit jaar nog meer ga vinden.