Vanaf het moment
dat mijn jongste ging brabbelen, keek ik ontzettend uit naar de eerste keer dat
ze “mama” zou zeggen. Toen wist ik nog niet dat ik drie jaar later na de 312de
“mama” van die dag, vanonder de afzuigkap zou schreeuwen: ”Nu even niet verdorie,
vraag het je vader, die zit naast je op de bank."
Uit onderzoekt
blijkt dat kinderen van vier gemiddeld 437 vragen stellen op een dag, jongens
iets minder. Die brabbelende baby van mij is inmiddels bijna een meisje van
vier en ik zeg niet dat ze de 437 vragen al aantikt. Ik zeg wel, dat ik er soms knettergek van word. De bijna puber stelt ook vragen, maar dan op een ander
level…
Zij: ”Waarom moet
ik nu al naar bed?” Rollende ogen, koptelefoon op.
Ik: ”Omdat het
half tien is en doordeweeks”
Zij: ”Dus?” verongelijkte
blik
Ik: ”Daarom dus”
Zij: ”Wat gaan
jullie nog doen dan?” Ik haak af!
Natuurlijk ben ik
gek op mijn bloedjes en op hun ratelende mondjes, opmerkingen en puber dan wel
peuterwijsheden. Maar vooral op goeie dagen. Op zo’n dag beantwoord ik de vraag
“Waarom is dat een vlieg?” met bakken informatie; leuke weetjes over het natuurlijke
habitat van het beestje. De verscheidenheid aan tweevleugelige insecten en hun
vijanden. Dat hun lichaamstemperatuur ongeveer gelijk is aan hun omgeving en dat het
wetenschappers inmiddels is gelukt om fruitvliegjes vriesbestendig te maken.
Waarom we dat laatste willen, vind ik dan weer een goeie vraag…. Op een minder
goeie dag grom ik iets in de trant van: ”Omdat ‘ie zo geboren is!” Of lekker
pedagogisch: ”Om daarom!” Aan het eind van de dag reageer ik vaak helemaal niet
meer. Of lekker onredelijk: ”Dat ik geen wandelende encyclopedie ben, ook niet
alles weet en me niet kan concentreren als iedereen maar “mama” roept. En wie
gaat hier trouwens die rommel opruimen?” Gelukkig voor iedereen heb ik steeds
vaker een goeie dag!
“Mam….mama….mahaaam?”
Cato komt de keuken binnen waar ik mijn rust zoek onder de afzuigkap. “Hmm”, mompel
ik nauwelijks geïnteresseerd. “Weetje?…ik vind jou echt de
allerliefste!” Ik zie ondeugende oogjes, een stralende lach, een snottebel en
twee dikke kuilen in haar wangen en voor de rest van de avond kan ik er weer
tegen.