zondag 25 januari 2015

Vet dun



Soms stuurt de kosmos je aanwijzingen voor een nieuwe richting in je leven of een antwoord op een vraag. Als je die aanwijzingen een paar keer negeert kun je er donder op zeggen, dat de kosmos zwaarder geschut inzet. Ik had al een paar waarschuwingen gehad, toen de grote klapper kwam op nieuwjaarsdag:

Ik hurkte bij Cato om haar te helpen met haar schoenen, toen ze lachend uitriep: ”He, dikke scheet!!” Het geluid was bijna hetzelfde, maar ik wist wel beter. Tussen mijn benen door zag ik een stuk winters wit dijbeenspek uit mijn broek puilen. De enige die ik nog paste. Ik vervloekte de kosmos en besloot ter plekke, dat het de hoogste tijd was voor verandering. Wat had ik het weer laten verslonzen het afgelopen jaar. Te weinig gewerkt en te weinig gesport. Door mijn aanhoudende rugklachten was er van zoveel dingen niks terecht gekomen.

Ivm die rotrug had ik afgelopen week een intake voor een multidisciplinair traject. Daar zal ik fysiek en mentaal aan mijn chronische pijn gaan werken, door oa veel te trainen. Onderdeel van die ochtend was een algehele conditietest. “Deze weegschaal meet alles in een keer”, sprak de fysio trots. Ik zei: ”Goh!” en dacht: “kak!” Ik beet nog snel wat nagels af om gewicht te verliezen en stapte met vette tegenzin op de schaal. Het gezondheidsoordeel rolde tien tellen later uit de het technisch hoogstandje, waar de fysio erg mee in zijn nopjes leek.

Ik scoorde hier en daar wat te veel en hier en daar wat te weinig. Dat teveel was vooral vet en BMI en dat te weinig was vooral conditie en spiermassa. Ik gooide er meteen in, dat ik net was begonnen met het verliezen van tien kilo en baalde ondertussen heel even van het uitgebreide mezzes menu van Dara, de avond daarvoor. Het stond er echt: zwart op wit en met alle uitschieters in confronterend rood. Extra veel werk aan de winkel dus!

“Belachelijk, je bent vet dun!” zegt Puk als we aan tafel zitten en ze opmerkt, dat ik anders eet dan anders. Dat klinkt lief, maar dat zegt ze vooral, omdat ze weet dat we nu ook weer even kritisch naar HAAR eetgewoontes gaan kijken. Die slimme meid zag de bui al hangen.

Dus zie je de aankomende maanden in de sportschool, iemand met rood aangelopen hoofd aan haar herstel werken, dan ben ik dat waarschijnlijk, hard op weg naar minder pijn en “vet dun”…..
Onder toeziend oog van de kosmos.

woensdag 14 januari 2015

Woensdagmiddag vrij!

Woensdagmiddag kwart over twaalf, op het schoolplein, een paar jaar terug.

Ik ga je weer zien. Door onze co-ouderschap regeling ben je er niet altijd en vieren we wekelijks een kleine reünie op het plein. Woensdagmiddag vrij om bij jou te zijn. Tenminste, zo voelt het voor mij. Jij hebt meestal hele andere plannen: spelen bij je vriendinnetjes bv. Waardoor ik vaak onverrichter zake terugfiets naar ons meidenhuisje. Met je tas in mijn kratje.

Ik verbijt me op dat moment, omdat ik je niet wil opzadelen met mijn gemis. Als moeder weeg je altijd je woorden af en als gescheiden moeder helemaal.  De woensdagmiddag is nu vrij voor mij om de kleertjes in jouw kast nog een keer recht te leggen, of je onbeslapen bedje opnieuw op te maken. Ik vind het vooral fijn, dat jij gewoon speelt. Alles went, ook het parttime moederschap, maar helemaal heel zal het nooit voelen.

Inmiddels ben je groot, we schelen letterlijk nog maar een paar centimeters. Op woensdagmiddag sta ik op het plein om kwart over twaalf. Ruimschoots op tijd voor onze reünie. Klaar om vrij te zijn met jou. Klaar om je mee naar huis te nemen en ons nieuwe gezin compleet te maken. Ik kan niet wachten tot je er bent. Ik glimlach bij de gedachte aan je grapjes, de praatjes met je vriendinnen, je rollende ogen, je knuffels en je verhalen over minecraft, waar ik niks van snap. Ik hoor je in gedachten:”Catoohooo!” zeggen. Waarbij het aantal o’s gelijk staat aan je mate van irritatie. “Maham, haal Cato uit mijn kamer!”

Ik kijk je uit het gebouw en kruis je blik. Als je voor me staat vang ik een vage kus en je tas. Je gaat met je vriendinnen naar het voetbalveld, een beetje hangen en voetballen. Het plezier straalt van je gezicht. Een blos op je wangen. “Ik app wel als ik naar huis kom!”, roep je nog. Met je tas en je zusje vertrek ik onverrichter zake huiswaarts en weet ik dat ik Cato nog tien keer uit moet leggen, waarom je niet zult mee-eten.

De beste dag van de week begint gewoon wat later, maar altijd pas als jij er bent! 

woensdag 7 januari 2015

Daarom dus!




Ooit deed ik bij een coach het talentenspel. Een onderzoek naar je talenten en hoe je die in kan zetten. In dat spel ben jij koning van je koninkrijk en zijn jouw talenten je lakeien. Natuurlijk ging daar een hoop soul searching aan vooraf, maar dat zal ik je besparen.  Van alle talenten aanwezig kies je er twaalf, die voor jou het belangrijkst zijn.  Ik kwam blij thuis: twaalf talenten en nog knap ook! Want mijn grootste talent is toch wel zelfspot…en die stond niet eens op mijn tussen mijn lakeien!

Schrijven was een van die talenten,  iets wat ik altijd leuk heb gevonden, maar waarvan ik niet wist wat ik er mee moest. “Ga dan toch schrijven”, zei mijn coach. Waarover? “Gewoon daarover”, kaatste zij terug. En wie zit daar op te wachten? Ik liet het even bezinken…een jaar of drie!

Omdat ik  een kei ben in uitstellen en beren op de weg, heb ik het even geparkeerd. Gelukkig had ik genoeg om me heen, wat op dat moment ook belangrijk was… Cato bv, die nog maar een baby was. Een fotostudio waar ik carrière wilde maken. Mijn gewone werk natuurlijk. Het huishouden, de passiebloemen in de tuin, de konijnen, laat ik mijn haar groeien of niet en vele andere belangrijke overpeinzingen. In die tijd kocht ik ook het boek: “Doe het vandaag! Stap voor stap, je uitstelgedrag te lijf” Ik ben er nooit in begonnen, treffend genoeg. Stoflaagje erover.

Maar zoals dat gaat met dingen die je parkeert, vroeg of laat is je parkeerplaats vol en kijk je weer eens kritisch naar wat daar precies allemaal ook weer stond. Zo laaide bij mij de passie voor het schrijven weer op het afgelopen jaar. Zorgde voor een sneller kloppend hart en een glimlach op mijn gezicht!

Vandaar dat ik dit nieuwe jaar begin met een blog, met tekst en beeld. Omdat ik er blij van word en hoop dat het bij jou ook een glimlach brengt. Weg met die beren, ik zet een lakei in! Op de vraag: “Een blog, waarom” , gebruik ik het meest voorkomende antwoord binnen mijn gezin….DAAROM!



Weerstand












“Waarom stop je niet gewoon met nagelbijten, het staat zo lelijk!” Niet zomaar alleen een vraag, er komt meteen een oordeel achteraan. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: ”He wat leuk, het past ook zo goed bij je!” Al zeker 30 jaar krijg ik tips en trucs van ex-bijters en andere ervaringsdeskundigen over deze slechte gewoonte. Tot nu toe zonder resultaat. Ik voel weerstand bij elke vraag, hoe goed bedoelt ook.

Er zijn wereldwijd meer dan 600 miljoen nagelbijters en daar ben ik er een van. Ik bijt, knaag en pulk al zolang ik me kan herinneren. Op mijn schoolfoto uit de kleuterklas, heb ik twee blokjes in mijn hand, een lieveheersbeest ringetje aan mijn vinger en tien afgekloven nageltjes.

Toen ik een jaar of zeven was, had ik even de motivatie om te stoppen: Mijn vader bezat een prachtig, van alle gemakken voorzien, bordeauxrood, Zwitsers zakmes en mijn broer had een kleiner exemplaar. Hetzelfde rood met zo’n zilverkleurig kruis erop. Ik had alleen de folder met alle verschillende types en droomde van zo’n multifunctioneel mes. Soms mocht ik er ook mee spelen en dan kwam al snel een groot probleem aan het licht. Om het mes te openen moest je je nagel in een inkeping in het blad steken en zo het mes uitklappen. Dat lukte mij alleen met mijn voortanden. Niet zonder risico natuurlijk. Met moeite kreeg ik de tandenstoker, het pincet en de kurkentrekker eruit. Mijn vader, die mij zag wegdromen bij de folder vol ezelsoren, besloot, dat ik het mes kreeg, mits ik het met mijn eigen nagels kon openen. Ik deed even mijn best, maar niet lang genoeg en heb ik het mes nooit gekregen. Dat was misschien maar beter ook. Ik had waarschijnlijk meteen een slagaderlijk bloedbad aangericht. Mijn vader kende mijn gebrek aan doorzettingsvermogen en ging daardoor vol vertrouwen deze weddenschap met mij aan.

Op internet lees ik anti-bijt tips, die zo simpel en cliché zijn, dat het lijkt of nagelbijten altijd in combinatie gaat met een verstandelijke beperking. Vooral de tip: “plak alle tien de nagels af met pleisters” vind ik hilarisch. Ik zie mezelf al staan op mijn werk. Ik zou uit pure schaamte aan mijn teennagels beginnen.

Eigenlijk ben ik nooit gestopt, omdat ik het wel prima vind. Ik val er niemand mee lastig, pel mijn mandarijn gewoon met een mesje en schaad niemands gezondheid. Het zijn vooral anderen die het vies vinden of nerveus worden van mijn gepiel.

Een voordeel van nagelbijten is dat mijn weerstand hoog is. Vanwege alle, onder mijn nagels opgehoopte bacteriën, die ik al jaren binnenkrijg met bijten. Ik bouw ondertussen dus ontzettend aan mijn weestand op deze manier. Dat moet wel zo, want dat dopje van die pot vitaminepillen, krijg ik altijd zo verdomd lastig open….




dinsdag 6 januari 2015

Villa kakelbont
















“Sjoukje Hieminga” zeg ik door de telefoon tegen de meneer van de belastingdienst, afdeling kinderopvangtoeslag.
“Met O.U, net als Sjoukje Dijkstra, maar dan dus Hieminga, met een H”.
“Het gaat om Cato, met een C, gewoon C. A.T. O.”. “Ja en Kaljee, met een K, zoals je het zegt, dubbel EE”.
 “De oudste heet Puk”…”ja, Puk, zonder C”….”Waarom? nou dat vond ik belangrijk toen ik zwanger was, u weet wel, hormonen!” “Cato heeft Puk haar C gekregen” grap ik nog.

Het blijft even stil en ik vermoed dat deze meneer niks weet van vrouwen, hormonen of humor in het algemeen. 

“Ze staat er in niet in? “Nee, dat kan kloppen, zij heeft een andere achternaam: Pouleijn”. “Met O.U en een IJ, ja, die van ijs, met puntjes.” “En dan ook nog een E ertussen: P.O.U.L.E.IJ.N. zo ja” 

Eens een Hieminga, altijd een Hieminga. Mijn achternaam verandert niet, voor welke knappe prins dan ook. En met twee verschillende vaders krijg je dit. Drie achternamen in een vierpersoonshuishouden. Een samengesteld gezin, een villa kakelbont.  Gezellig, maar in veel gevallen ontzettend onpraktisch. Helemaal omdat, onze namen niet zo makkelijk zijn als de Jong, de Vries of Jansen. Toch zou ik niet anders willen, Hieminga hoort en blijft bij mij. Trots onderdeel van het Hiemingajes.

Het is vooral voor buitenstaanders lastig. Als je ons Fam. Kaljee noemt, sluit je er twee buiten en Fam. Hieminga, dat ben ik in mijn eentje. Bij de gezamenlijke tandarts staan de meiden onder hun vaders naam geregistreerd, maar dat zijn dus twee adressen. De tandarts kent ons allemaal, maar voor de assistente blijft het ingewikkeld. Ze zucht diep, als ik bel, dat Vinn en Guusje, wel Pouleijn heten, en bij Puk horen. Maar de kinderen zijn van mijn ex en zijn nieuwe vrouw. Dat ik met Puk en Cato kom. “Kaljee heet die laatste, ik spel het wel even…”

Voor anderen niet handig dus, drie bijzondere namen in een gezin. Maar who cares? Zo’n achternaam gebruik ik thuis alleen als ik echt kwaad ben. Ze schieten bij mij pas echt in het gareel als ik ze bij voor- en achternaam tot de orde roep. Veranderen doen we niet, we blijven lekker spellen. Alleen onze gezinsslogan hebben we wat aangepast: Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker!

Sjoukje Hieminga…. met H.I.E