Bij Ikea staat een
bank… Met hoezen in diverse kleuren, een vriendelijk prijsje en belangrijker
nog, hij zit lekker. Kivik heet ‘ie en ooit komt ‘ie bij mij in huis. Met een
toekomst vol onzekerheid, klamp ik me vast aan deze bank. Als de grootste ellende
voorbij is en ik andere woonruimte heb, koop ik mijn Kivik, in een nog te
bepalen grijstint.
Op lastige
momenten, sluit ik mijn ogen en zie ons zitten. Ik in het midden, met aan de linkerkant mijn jongste. Met haar duim
in haar mond luistert ze naar mij, terwijl ik haar lievelingsboek van dat moment voorlees. Ze leunt
tegen mijn ribbenkast en ik heb mijn arm om haar heen. Haar hoofd zit vaak voor
de zinnen en haren kriebelen in mijn neus. Tegen mijn rechterbeen liggen de
voeten van mijn oudste, die op haar zij ligt en met haar telefoon en oortjes in
vloggers volgt en vaak heel hard in lachen uitbarst. Ik vraag haar wat er zo
grappig is en zij zal antwoorden:”Gewoon.” Ik weet dan dat het geen zin heeft
door te vragen. Dat geeft ook
niet, de grappen vind ik meestal toch niet grappig. Straks zal ik haar
Frans nog even overhoren, voor wiskunde moet ze haar vader hebben.
Op die bank zal gezeten en gelegen worden. Gaan we hangen, kletsen, lachen en huilen. Er zullen
liters thee gedronken worden en liters wijn. We zullen er ruzie op maken en het
weer uitpraten. Er zal limonade overheen gaan, stift opkomen en ik zal heel boos
worden op degene die de eerste vlek maakt. Zieke meisjes met dekbedden en
knuffels zullen er liggen tot ze eigenlijk allang weer beter zijn, maar nog een
beetje doorzieken voor de gezelligheid en aandacht. We zullen er gelukkig zijn,
daar op onze grijze Kivik.
Hoe de rest van
het huis eruit komt te zien is nog een raadsel. Waar we heen gaan is nog de
vraag. Maar die bank, mijn hoop in bange dagen, gaat er komen. Het geld ligt al
klaar in een laatje. Tot die tijd gaan we soms even proefhangen.