“Ik ben echt zo’n
type dat, altijd op gevoel kookt”, hoor ik een vrouw op een verjaardag zeggen.
Ik snap dat op zich wel, ik kook ook vaak op gevoel. Daarom brandt er nog wel
eens iets aan, is de broccoli te beetgaar of heb ik voor zes personen pasta in
de pan, ipv voor vier. Ik zou zelf liever zeggen: “ik rommel vaak maar wat
aan”.
De arrogantie
druipt van haar woorden en haar gesprekspartner is duidelijk onder de indruk.
Zij heeft namelijk helemaal geen kookboek nodig om de beste creaties op tafel
te zetten. Dat doet zij met gemak uit de losse pols en daarin onderscheidt ze
zich van het gewone kookvolk. De manier waarop ze het zegt irriteert me, zoals het
me vaak irriteert als mensen opscheppen over wat ze allemaal kunnen en een cv
vol competenties etaleren. Bewijs het eerst maar eens, denk ik dan. Arrogantie:
ik vind het een nare eigenschap en vaak valt de persoon in kwestie zonder al
die toeters en bellen zo ontzettend tegen…..
Een potje zelfreflectie
is mij niet vreemd en natuurlijk zegt mijn hekel aan arrogantie alles over
mezelf. Ik pak de kernkwadranten van Ofman erbij. Je kent het wel: dat model
met kwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen. Arrogante mensen, of
tenminste, wat ik definieer als arrogant, nemen veel ruimte in, zijn erg
zichtbaar en trots op wie ze zijn en wat ze kunnen. Daarin ben ik
waarschijnlijk iets te bescheiden, onzeker soms. Daarin zou ik meer mijn plek
kunnen innemen, mezelf serieus nemen ook.
Natuurlijk ben ik
trots op mezelf. Op wie ik inmiddels ben, na pieken en dalen. Dat ik creatief
ben en het in mijn hoofd net iets anders werkt dan anders. Ik ben goed in mijn
werk en meestal een leuke partner. Trots ben ik ook op mijn oudste die “love
you mum” naar me appt, wat betekent dat ik opvoeden ook leuk doe. Dat ik weet
wat mijn kwaliteiten zijn en steeds vaker naar mezelf luister.
Ik ben gewoon niet
“zo’n type” dat dat van de daken schreeuwt….nou ja, nu dan een beetje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten