Daar sta ik in de bio-supermarkt.
Aan mijn rechterhand mijn vergiftigde kleuter. In mijn linkerhand een plastic
HEMA tas met niet biologische rookworsten. Een cultuurshock overvalt me, samen met
een bonkende hoofdpijn.
Vanmorgen onderging die
altijd ziekelijke kleuter bioresonantie bij een natuurgeneeskundige en daar
sprongen een aantal intoleranties uit een grafiek. De dame vroeg me het hemd
van het lijf over Cato’s eetgewoontes en klachten. Ze luisterde aandachtig,
maar schudde ook vaak haar hoofd. “Wat de reden was dat ik mijn gezin nog
steeds melk gaf en juist geen vitamine D?” En “of ze alle vaccinaties had gehad?” Dat laatste bevestigde
ik met trots. Ik was er geeneen vergeten en dat leek me prima. Mijn
natuurgeneeskundige bleek geen vaccin-fan. Ik verzweeg dat mijn oudste net haar
eerste hpv shot had gehad en besloot per direct te beginnen met vitamine D, in
de allerhoogste dosering. Terwijl ik me de allergrootste sukkel op aarde voelde,
hing mijn oogappeltje als een lappenpop op schoot te duimen en vroeg om snoep
en limonade.
“Lactose, tarwe en glucose
intolerantie” luidde het vonnis. De aankomende maanden alles elimineren en dan
kijken we verder. De realiteit van
dit dwangbevel kwam twee uur later in de biowinkel.
“Ik wil dit niet, ik wil dit
niet”, schiet het door mijn hoofd. Ik zie mezelf in een winkelruit en schrik
van de mascara onder mijn ogen. Ik wil geen eetgedoe. Ik wil geen kind met een
eigen trommeltje. Ik wil geen zielig meisje, dat niet meer spontaan een ijsje
kan eten, of een glaasje normale limonade mag bij een vriendinnetje. Ik wil
geen uren in de keuken staan om mijn eigen speltcrackers te bakken en ik wil al
helemaal geen 3,90 betalen voor een fucking potje pindakaas. Ik denk aan de documentaire
Rauw met dat te kleine en kleurloze jongetje Tom en probeer er vanuit te gaan
dat er een middenweg is.
De verkoopster legt uit,
helpt en zoekt mee. Ze heeft geen geitenwollen sokken in haar birckenstocks en
zegt niks over mijn tas. Het scheelt een beetje. Ik wil nog steeds niet van
harte, maar wat ik het liefste wil, is mijn kindje weer gezond.